Het begon al met de struiken bij de ingang van het park...
... en ging verder bij het binnenwandelen van de koninklijke tuinen, die vol bijzondere bomen en struiken staan.
Hier en daar heb je een mooi zicht op de Japanse toren, net als de serres gebouwd in opdracht van koning Leopold II. Hier schreef ik eerder over in dit bericht.
Het eigenlijke serrecomplex werd aan het eind van de 19de eeuw getekend door Alphonse Balat. Verschillende ingenieuze constructies van ijzer en glas zijn via paden en galerijen met elkaar verbonden.
Mooi hoe de glazen ruitjes door de weerkaatsing van het zonlicht allerlei kleuren aannemen...
Eenmaal binnen valt je mond pas goed open van bewondering. Duizenden fuchsia's in allerlei kleuren hangen vanaf het plafond naar beneden...
Je maakt een heerlijke wandeling door de geurige galerijen, die hier en daar doodlopen en mooie uitkijkjes bieden...
Als je een beetje treuzelt, zodat je tussen twee groepen bezoekers in komt te liggen, valt het trouwens best mee met het volk. Ik was soms eventjes bijna alleen!
Zo loop je langs azalea's, geraniums, hortensia's, en allerlei moois waarvan ik de naam niet weet, in alle mogelijke kleurschakeringen...
Een curiositeit waar je langskomt, is het schildersatelier van Koningin Elisabeth, dat er van buitenaf uitziet als een herdershuisje - maar dan met modernistische trekjes!
Tussen de serres door kan je hier even binnengluren...
Mooi plafond gedecoreerd met sterretjes!
De wandeling mondt uit in de Wintertuin die met zijn enorme glazen koepel, ondersteund door Dorische zuilen, een architecturaal hoogtepunt vormt.
Hier pronkte de koning destijds met zijn koloniale macht: de gigantische serre biedt onderdak aan palmbomen en andere plantsoorten uit Congo.
Via deze koninklijke deurkruk loop je weer door de oranjerie en tenslotte naar buiten, de lentezon tegemoet.